Jeugdwerking Watersportbaan: on your marks, ready, set …go!
Jongeren in de Gentse hoogbouwwijk Watersportbaan groeien op in een kwetsbare buurt, waar vereenzaming en verslavingsgevoeligheid toenemen, maar waar geen enkele vorm van jeugdwelzijnswerk aanwezig is. In het verleden was de buurt al het onderwerp van tal van nodenbevragingen en onderzoeken van hogescholen en universiteiten, zoals ook in 2021 in het bachelorproject (BAP) “Wat kan de campus Watersportbaan van de Arteveldehogeschool betekenen voor haar wijk (buurtbewoners en sociale organisaties)?” van 6 studenten Sociaal Werk van de Arteveldehogeschool. Daaruit bleek dat na de coronaepidemie de jongeren meer dan ooit nood hadden aan “een eigen plek”.
Tijd voor actie
Vanuit het project Buurtcampus zat ik als begeleidende docent van het bachelorproject ook al in het Wijkactieteam van de Watersportbaanwijk, en hier was regelmatig overleg met alle wijkorganisaties. Daar klonk de oproep om “nu écht eens iets te gaan doén!”. Er volgden een aantal gesprekken met betrokken diensten, en we bekeken hoe studenten in het volgend academiejaar aan de slag konden om rond deze maatschappelijke nood te werken, binnen het kader van de leerdoelen van een nieuw bachelorproject.
“Er is hier al zo veel onderzocht, nu is er eindelijk iets in gang gezet.” buurtwerker
Hindernissen op de weg
Aanvankelijk zouden de studenten meewerken aan een project op een gerenoveerd binnenschip:“N.U.M.I.B. niet uit, maar ín de boot. In co-creatie met kwetsbare jongeren een ontmoetingsplek en een activiteitenaanbod op een boot vorm geven.” Bij de start van het academiejaar bleek de boot echter nog niet beschikbaar. We moesten dus op zoek naar een nieuwe locatie en omkadering voor de werking. Dit bleek toch wel een grote domper voor de studenten, die een deel van de uniciteit van hun project verloren. Zij werden van in het begin steeds snel ingelicht over de mogelijkheden, maar vooral ook over de beperkingen en struikelblokken van dit project. Hierdoor dachten zij steeds mee over kansen en uitdagingen, en bleven zij wel eigenaar van het project. Na enkele wandelingen in de buurt, literatuuronderzoek, gesprekken met professionals en enkele jongeren waren zij overtuigd dat zo snel mogelijk zoeken naar alternatieven de enige mogelijkheid was om iets te doen voor de vraag van de jongeren uit de wijk. Die directe contacten maakten de nood bijzonder zichtbaar, en zorgden voor een aanstekelijk enthousiasme en grote gedrevenheid.
Uit de startblokken
Met behulp van de buurtwerker en wijkregisseur konden de studenten terecht in een klein gebouwtje, in gemeenschappelijk gebruik met andere werkingen uit de wijk. En er was geen alternatief: zij gingen zelf voor de omkadering zorgen. Gezien de grootte van de groep studenten (12) die op het project intekenden, besloten we in onderling overleg om op basis van hun interesses en competenties te splitsen: zes van hen zouden de jeugdwerking opstarten en 2x per week in trio aanwezig zijn, samen met de jeugdstraathoekwerker. De zes anderen zouden een publicatie maken die de stem van professionals en jongeren bij de stedelijke beleidsmakers zou brengen.
Samen met de eerste vier jongeren (toegeleid door de jeugdstraathoekwerker) maakten en verspreidden ze affiches en flyers, en ook een instagrampagina. Ze zochten (en vonden 😊) beperkte werkingssubsidies, werkten samen met diverse sociale professionals, en organiseerden activiteiten in co-creatie met de jongeren. Een échte jeugdwerking kreeg vorm! Studenten leerden dat jongeren niet altijd activiteiten willen, maar in de eerste plaats een “plek” waar ze met hun vrienden konden chillen, maar ook in rust hun huiswerk konden maken, vragen rond hobby’s of studentenjobs kunnen stellen, …
“Wij willen echt niet veel, gewoon een plek om te chillen met vrienden, en nu eindelijk mogen we ergens binnen.” jongere
Flexibiliteit en creativiteit van alle betrokkenen (studenten, jongeren, sociale professionals uit de buurt, stadsdiensten, docent) werden meermaals op de proef gesteld, want een jeugdwerking opstarten tijdens een lockdownperiode … daar waren geen voorbeelden van. Dit alles beïnvloedde natuurlijk de wekelijkse terugkoppelmomenten voor studenten. Het werd een evenwichtsoefening in praktische ondersteuning en reflectiemomenten over hun leerervaringen. Halfweg het project was er ook een peerfeedback-moment, waaruit bleek dat alle stress toch wel zijn sporen naliet op de samenwerking én dus de onderlinge sfeer. Een moedige studente bracht alles ter sprake, en alles werd uitgesproken. Bijzonder intens, maar het resulteerde in een gezamenlijke wil om dit project helemaal op de kaart te zetten.
Fier op het resultaat
“Het was moeilijk in het begin, eigenlijk moesten we van nul beginnen. Maar ik zou absoluut opnieuw voor dit project kiezen, ik heb zoveel meer geleerd dan ik verwachtte.” student
Wanneer hun bachelorproject afliep, gingen de studenten in gesprek met de schepen van jeugd aan wie ze hun publicatie en een visienota over de jeugdwerking overhandigden. Ze zorgden ook voor een warme overdracht naar een nieuwe groep studenten, die tijdelijk de fakkel overnam. Enkelen bleven ook aan de slag als vrijwilliger. Op negen maanden zorgden zij samen voor een gedragen jeugdwerking, met een groep van ongeveer 25 jongeren die 2x per week naar het jeugdhuis blijven komen, en intussen is er via een extern project ook een deeltijdse jeugdwerker aan de slag. Jeugdwerking Waterportbaan staat op de kaart!
An Keppens
Arteveldehogeschool – PBA SOW
Docent – Onderzoeksmedewerker
Buurtanker
Meer weten over service-learning aan de Arteveldehogeschool? Neem een kijkje op https://www.arteveldehogeschool.be/samenwerken/community-service-learning